Elias Rodriguez… de feda’i die standpunten binnen de solidariteitsbeweging onthulde

Khaled Barakat

De operatie die werd uitgevoerd door de feda’i Elias Rodriguez was geen voorbijgaand incident of een losstaande daad zonder verband met de huidige politieke en strategische context. Integendeel, het was een keerpunt dat posities verduidelijkte en tegenstellingen blootlegde – vooral op internationaal niveau, waar solidariteitsbewegingen met het Palestijnse volk actief zijn. Deze operatie vond plaats tijdens een van de hevigste fasen van de genocidale oorlog die het zionistische regime al meer dan twintig maanden tegen de Gazastrook voert. Ze was een natuurlijke en legitieme reactie op deze brute agressie en een echo van de stem van het verzet, die nog steeds leeft en diep geworteld is in het bewustzijn van vrije volkeren.

De revolutionaire intellectueel en martelaar Ghassan Kanafani (1936–1972) was de belangrijkste theoreticus van revolutionair geweld als antwoord op imperialisme en zionisme. Kanafani’s verbondenheid met de gewapende strijd was niet romantisch van aard, maar nauw verweven met zijn politieke denken, zijn overtuigingen en de coherente benadering die hij tot aan zijn martelaarschap verdedigde. Deze praktische, organische connectie was een van de voornaamste redenen voor zijn liquidatie.

Kanafani voerde ook een niet-aflatende intellectuele strijd tegen degenen – of ze nu Palestijn, Arabier of anderstalig waren – die tegen “externe operaties” gekant waren. De bedenker van de leus “achter de vijand, overal” benadrukte voortdurend, tot aan zijn dood, dat er geen tegenstelling of scheiding bestaat tussen de acties van de fedayeen in Palestina en daarbuiten, zolang de politieke strategie verenigd is en de vijand één en dezelfde blijft. Is het vijandige kamp vandaag veranderd? Zijn diens koloniale beleidslijnen gewijzigd, of juist gruwelijker geworden?

De heldhaftige operatie van Rodriguez maakte duidelijk dat de “solidariteitsbeweging” met het Palestijnse volk geen uniforme stroming of eenduidige visie is, maar eerder een mix van uiteenlopende krachten: sommigen geloven in het pad van verzet en de bevrijding van Palestina van de rivier tot aan de zee, terwijl anderen zich binnen liberale kaders positioneren die het conflict beperken tot mensenrechten en diplomatieke arena’s. Zij pleiten in de praktijk voor wat de “tweestatenoplossing” wordt genoemd als enig haalbaar perspectief in het Arabisch-Zionistische conflict. Deze verdeeldheid is niet nieuw. Ze weerspiegelt de politieke en ideologische tegenstellingen die internationale solidariteitsbewegingen altijd hebben vergezeld, van de Algerijnse revolutie tot de steunbewegingen voor Vietnam, Zuid-Afrika, Ierland en andere gevallen. Sterker nog, ze onthult ook interne Palestijnse tegenstellingen – maar dat is een langer verhaal…

In deze complexe context ligt de betekenis van Rodriguez’ operatie. Die was niet alleen een veiligheidsuitdaging voor het Amerikaanse veiligheidsapparaat, maar hield ook een spiegel voor die ieders positie zichtbaar maakte: wie werkelijk achter het verzet staat, en wie zich verschuilt achter algemene slogans die in wezen een visie propageren die tussen nihilisme en overgave balanceert. Velen spreken over “het recht van het Palestijnse volk om zich te verzetten,” maar verwerpen elke daadwerkelijke, bewuste toepassing van dat recht zodra het buiten de aanvaardbare grenzen van westerse discours valt – een discours dat vaak vertaald wordt in oproepen tot compromissen en politieke concessies, met als kern de promotie van de “tweestatenoplossing” en een “vrede” die neerkomt op erkenning van de legitimiteit van het zionistische project en de overgave van Palestina – en van ons denken.

Tegenover hen staan degenen die zich ondubbelzinnig en principieel achter het verzet hebben geschaard, niet alleen als theoretisch concept, maar als praktische actie gebaseerd op de principes van bevrijding, terugkeer en het verwerpen van de legitimiteit van de bezetting. Dit zijn de natuurlijke erfgenamen van de Palestijnse bevrijdingsbewegingen wereldwijd, die de Palestijnse strijd zien als deel van een mondiale frontlinie tegen kolonialisme, racisme en roofzuchtig, brutaal kapitalisme. Daarom zien we de opkomst van radicale arbeids-, jeugd-, studenten- en vrouwenkrachten, terwijl de stroming van “voorwaardelijke solidariteit” aan het teruglopen is.

Rodriguez’ operatie onthulde niet alleen de beperkingen van het liberale discours; ze herwaardeerde ook directe actie als middel tot mobilisatie en agitatie, en stelde iedereen voor hun verantwoordelijkheden. De brede, populaire respons op deze operatie, met name onder jongeren en binnen Palestijnse, Arabische en islamitische gemeenschappen, toont aan dat het volksbewustzijn blijft resoneren met gewapend verzet en een revolutionaire visie op Palestina. De strijd van het Palestijnse volk is niet beperkt tot de Westelijke Jordaanoever en Gaza, maar strekt zich wereldwijd uit in het kader van revolutionair verzet tegen imperialisme, zionisme en reactionaire en fascistische regimes.

Deze meningsverschillen, hoe scherp ook, mogen geen bron worden van nihilistische verdeeldheid; ze moeten begrepen worden als onderdeel van de natuurlijke verscheidenheid binnen mondiale bevrijdingsbewegingen. In het verleden kenden solidariteitsbewegingen met rechtvaardige zaken gelijkaardige spanningen, zoals bij steun aan de Cubaanse revolutie, de Latijns-Amerikaanse bevrijdingsbewegingen, of bij de weerstand in Irak en Libanon. Toch is er dringend nood aan waakzaamheid tegenover de pogingen van de vijand om deze “veelstemmigheid” uit te buiten – zeker tijdens de genocide. De zionisten proberen via propaganda en politieke en juridische druk alle voorstanders van verzet te demoniseren en twijfel en wantrouwen te zaaien binnen de gelederen van solidariteitsactivisten.

Onze inschatting is dat de meerderheid van het Palestijnse volk – in het thuisland en in de diaspora – vooral in het licht van de massaslachtingen in Gaza, de heropleving van feda’i-acties als een revolutionaire noodzaak beschouwen. Zij roepen op tot bredere volksdeelname aan het ondersteunen van het verzet – of dat nu politiek, financieel, via media, cultuur of directe betrokkenheid is. Dit is de volksbasis en revolutionaire motor die nodig is om de agressie te stoppen, de machtsverhoudingen te veranderen en bevrijding te bereiken. Hoe gruwelijker de misdaden van de bezetting, des te dieper de overtuiging dat neutraliteit geen optie meer is en dat confrontatie met de vijand een plicht is geworden, geen keuze.

De strijd van vandaag is niet beperkt tot Gaza of de Westelijke Jordaanoever, maar omvat ook de diaspora. Daarom is Rodriguez’ operatie een schreeuw tegenover het Amerikaanse systeem, en een boodschap dat verzet geen kwestie is van geografie, ras of kleur, maar van toewijding, identiteit en een ethisch-politieke houding die geen ruimte laat voor compromis.

Tot besluit: de krachten van het verzet en hun bondgenoten moeten voortbouwen op dit moment, de revolutionaire dialoog met bevrijdingsbewegingen op internationaal niveau verbreden en hun gelederen beschermen tegen de zionistische campagnes die de verzetsstrijders willen isoleren en belasteren. De strijd is langdurig en open voor alle mogelijkheden, maar helderheid van visie en richting – zoals Rodriguez aantoonde – is de eerste voorwaarde voor overwinning.

 

Share this
Send this to a friend