De Informatieafdeling van de Masar Badil, de Beweging voor het Palestijnse Alternatieve Revolutionaire Pad, sprak zich uit over de impact van de guerrilla-verzetsoperatie die werd uitgevoerd door de strijder Al -Moataz Billah Al-Khawaja uit het heldhaftige dorp Nilin op de bezette Westelijke Jordaanoever. In de verklaring benadrukt de Masar dat “het Palestijnse verzet vormt de geavanceerde revolutionaire lijn van de Palestijnse natie en haar volk in de confrontatie met de krachten van het imperialisme en het zionisme en het kamp van normalisatie en liquidatie in de regio.”
De Masar vervolgde: “Guerrilla-verzetsoperaties zijn ten allen tijde een recht van ons volk om hun rechten te verkrijgen en hun vaderland te bevrijden, net zoals revolutionair geweld de concepten van ‘reactie’ en ‘wraak’ overstijgt, omdat verzet de strategie van bevrijding is en het enige middel om de strijd en het gevecht gaande te houden. Verzet transformeert het bezettingsproject in een gedoemd project en verhindert de voortgang van het liquidatieproject gericht tegen de Palestijnse zaak. Verzet verspreidt hoop en eenheid in de hele Palestijnse natie, in het thuisland en in ballingschap en diaspora, en verdiept de interne tegenstellingen tussen de partijen van het vijandelijke kamp.”
“De missie van de volksmassa’s, de revolutionaire intellectuelen en de solidariteitsbeweging is het versterken van de Arabische en internationale steun en solidariteit voor het verzet, aangezien dit de voorhoede is in de confrontatie met de bezetter en een strategisch pad om de doelen van ons Palestijnse volk te behalen: terugkeer, bevrijding en overwinning”, vervolgde de Masar. “Koloniale en imperialistische machten, geleid door de Verenigde Staten, zien het Palestijnse en Libanese verzet als een groot gevaar en een constante bedreiging voor hun project (Israël) in de regio.”
“Elke verzetsoperatie die plaatsvindt in bezet Palestina ’48, of in Jenin, Nablus en Jeruzalem, elke raket, bom en kogel in Haifa, Lod en Hadera, heeft een echo en impact die direct te horen is in New York, Parijs, Londen, Berlijn en in de gangen van het Witte Huis. Dit is een vurige boodschap die niet genegeerd kan worden en die de mislukte plannen onthult om het Palestijnse volk aan te vallen en hun zaak te liquideren. Het slaat een nieuwe spijker in de doodskist van het liquidatie-project van ‘zelfbestuur’ onder de zogenaamde ‘Palestijnse Autoriteit’.”
“Het is niet iedereens taak om gewapend revolutionair geweld te praktiseren. Dit is de taak van de fedayeen-mannen en -vrouwen. Maar het is de rol en verantwoordelijkheid van iedereen om het verzet van ons volk te omarmen en te ondersteunen, hun verhaal aan de wereld te vertellen en de standvastigheid te versterken van de mensen die dit verzet mogelijk maken.”
De beweging riep op tot deelname aan de Internationale Campagne om de Lichamen van de Martelaren te Bevrijden uit de Mortuaria en de “Getallenbegraafplaatsen”, gelanceerd in ballingschap en diaspora, en ter herdenking van de 45ste gedenkdag van het martelaarschap van het Palestijnse nationale symbool Dalal al-Mughrabi en de guerrillagroep die op 11 maart 1978 de heroïsche Martyr Kamal ‘Udwan-operatie uitvoerde.